Vroeger maakte mijn oma heerlijke erwtensoep. Niet uit een pakje of blik, maar lekker vers. Met spek en rookworst. Het liefst van de slager. Wat genoten we van haar kookkunsten. Gelukkig schreef ze haar recept voor snert ooit eens op voor me.
Ingrediënten erwtensoep
- 500 gram spliterwten
- 2 schouderkarbonades
- 2 (slagers) rookworsten
- 1 speklapje
- 1 knolselderij
- 1 grote winterwortel
- 1 dunne prei
- 1 ui
- 1 grote aardappel ( beetje kruimig)
- bladselderij
- 2 laurierblaadjes
- zout
- peper
Bereiding
- Spoel de spliterwten goed af en doe ze in een grote pan
- Doe de karbonades, het speklapje, laurierblaadjes in dezelfde pan en doe er twee liter koud water bij
- Breng dit aan de kook en laat het daarna een half uurtje pruttelen
- Ondertussen snijd je de groente. De ui moet in kleine stukjes, de prei in plakjes. De winterwortel maak je fijn. Ik snijd zelf een plakje in 4 stukjes. De aardappel snijd je in kleine blokjes en de selderijblaadjes mag je fijn hakken.
- In je pan is een grijzige schuimlaag gekomen. Deze schep je met een schuimspaan weg
- Doe de groente in de pan en laat het lekker pruttelen. Op een gegeven moment vallen je erwten uit elkaar. Maar dan ben je wel een uurtje verder.
- Haal het vlees uit de pan en snijd het in kleine stukjes. Het vlees gaat terug in de pan. Het bot kun je weggooien.
- Snijd de rookworsten in plakjes en doe ze in de pan. Nog even een kwartiertje of half uurtje laten pruttelen en dan kun je genieten van je heerlijke maaltijdsoep.
Snert heet officieel pas snert nadat de soep een dag ‘gestaan’ heeft